Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1966

 

Artikel 9
1
Onder door Ons bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden wordt vrijstelling van belasting verleend voor:
a
motorrijtuigen die deel uit maken van een fabrieks- of handelsvoorraad en uitsluitend worden gebezigd voor een proefrit of rechtstreeks worden vervoerd van of naar de fabriek of het magazijn, naar of van de plaats van aflevering binnenslands of naar of van de grens;
b
motorrijtuigen, gehouden door een openbaar lichaam en uitsluitend gebezigd voor de defensie, de politie, de brandweer, de reinigingsdienst, de ontsmettingsdienst, de schooltandverzorging, de keuringsdienst van waren, de vleeskeuringsdienst of het vervoer van voor vernietiging bestemd vee;
c
motorrijtuigen, ingericht en uitsluitend gebezigd voor de aanleg en het onderhoud van wegen, alsmede stoom- en motorwalsen voor zover daaronder niet reeds begrepen;
d
motorrijtuigen, ingericht en uitsluitend gebezigd voor het vervoer van zieken;
e
motorrijtuigen, ingericht en uitsluitend gebezigd voor het vervoer van zieke en gewonde dieren;
f
motorrijtuigen, ingericht voor het gebruik elders dan op wegen en uitsluitend gebezigd voor het landbouwbedrijf;
g
motorrijtuigen die kennelijk slechts kunnen worden bestuurd door iemand die zich niet op het voertuig bevindt;
h
motorrijtuigen, ingericht en uitsluitend gebezigd als rijdend uitleenbureau van boeken en tijdschriften en gehouden door lichamen, welker werkzaamheid uitsluitend of nagenoeg uitsluitend bestaat uit het in stand houden van openbare leeszalen en bibliotheken;
i
een motorrijtuig op drie of meer wielen, ingericht voor personenvervoer en wel voor het vervoer van niet meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen, dat blijkens een ingevolge de Wet personenvervoer ( Stb. 1987, 175) afgegeven vergunning, dan wel voor zover afgegeven een vergunningbewijs, is bestemd om openbaar vervoer of taxivervoer te verrichten en uitsluitend daarvoor wordt gebezigd;
j
motorrijtuigen die zijn verbonden met een rij- of voertuig, niet zijnde een motorrijtuig, dat een eigen gewicht heeft van niet meer dan 450 kilogram, voor dat deel van de belasting dat ter zake van het verbonden zijn met dat rij- of voertuig wordt geheven.
2
Met een openbaar lichaam wordt gelijkgesteld een lichaam waarvan uitsluitend Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen onmiddellijk of middellijk aandeelhouders, deelnemers of leden zijn, alsmede een lichaam waarvan de bestuurders uitsluitend door Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen onmiddellijk of middellijk worden benoemd en ontslagen en waarvan het vermogen bij liquidatie uitsluitend ter beschikking van Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen komt.
3
Wij behouden Ons voor gehele of gedeeltelijke vrijstelling van belasting te verlenen voor motorrijtuigen waarvan de houder niet hier te lande woont of is gevestigd, zulks met inachtneming van het beginsel van wederkerigheid indien in het land waar die houder woont of is gevestigd en het motorrijtuig is ingeschreven een soortgelijke belasting wordt geheven.
4
Wij behouden Ons voor bij algemene maatregel van bestuur in bijzondere gevallen of groepen van gevallen onder daarbij te stellen voorwaarden gehele of gedeeltelijke vrijstelling van belasting te verlenen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •